In de vorige eeuw was het in Staphorst gebruikelijk dat je bij bijzondere feesten zoals een huwelijk of bij kerkelijke hoogtijdagen zoals Pasen je beste of mooiste gordijnkanten voor hing. Dat waren over het algemeen nieuwe gordijnkanten. Nieuw kant is vaak wat crèmig of gelig, omdat die nog niet gewassen is. Op een zeker moment moeten ook zulke nieuwe of beste gordijnkanten een keer gewassen worden. Dan worden ze net zo wit als de katoen waar ze aan vast zijn genaaid.
Om toch het effect van nieuwe gordijnen te krijgen, gingen sommigen ertoe over om gordijnkanten bij te kleuren. Met een klein beetje kleurstof werden ze weer crème of geel gemaakt, al naar gelang de smaak van de bewoners. Zoals dat vaker gaat, werd er steeds een beetje meer bijgekleurd. En dan krijg je de gele gordijnkanten zoals die nu nog bij een enkele boerderij te zien zijn.
In deze week voor Pasen fotografeerde ik drie boerderijen: twee met gele gordijnkanten, en een met gele narcissen. Zo werd het mijn “miniproject geel”.
De gordijnkanten zijn tegenwoordig vaak alleen nog te zien rond Pasen. De enige reden daarvoor is dat Pasen een belangrijke christelijke feestdag is, en de bewoners de gele stroken dus vóór de paasdagen voor het raam hangen.
Dank aan Johan de Bruijn die bovenstaande tekst en uitleg voor mij samenstelde.